Wanneer je informatie krijgt, is het meestal belangrijk om niet alleen te kijken naar wat er precies gezegd wordt, maar ook naar de omstandigheden eromheen. Dat is wat bedoeld wordt met ‘de context’. De context zorgt ervoor dat je beter snapt wat iemand bedoelt. Het gaat dan om: wie het zegt, tegen wie het gezegd wordt, wanneer het gezegd wordt en waar het gezegd wordt.
Stel, iemand zegt op een feestje: “Wat een warme dag vandaag!” In de zomer, met de zon hoog aan de hemel, zal iedereen begrijpen dat het over het weer gaat. Maar als iemand het zegt in de winter, binnen in een verwarmde ruimte, dan kan het juist een grapje zijn. Zo zie je dat de situatie (de context) bepaalt hoe je iets moet opvatten.
Zonder context kun je informatie verkeerd begrijpen. De context helpt je om goed te snappen wat er bedoeld wordt.