De betrouwbaarheid van de websites die je op school gebruikt is essentieel. Een belangrijk maar lastig element in leren zoeken is daarom voor iedereen: Speuren naar de makers.
Laat leerlingen in het begin bijvoorbeeld een standaardlijstje invullen: van welke organisatie of van welk bedrijf is deze site? Is het een krant, of juist een blog van één persoon? Wat wil de persoon of de organisatie van wie deze site is? En wat zou dat voor gevolgen kunnen hebben voor de informatie die ze geven? Wie zoekt naar ‘olieboren’ zal bij Shell iets anders lezen dan bij Greenpeace. Hoe komt dat?
Bekijk informatie zowel vanuit de kant van de makers en als vanuit de kant van gebruikers. Stel vragen.
1. Vanuit de gebruiker
Waarom zoek je precies iets op internet?
2. Vanuit de maker
Waarom publiceren mensen informatie op het web? Om te delen, om te informeren, te amuseren, te showen, te beïnvloeden, of om geld te verdienen? Maak hier een langer lopend onderzoekje van. Bijvoorbeeld gedurende een paar weken. Bespreek eerst een aantal van deze vragen:
En welke andere invalshoeken kun je zelf nog bij informatie publiceren bedenken?
Onderzoek about-pagina's ofwel: ga op zoek naar de makers.
Bekijk de video: https://www.slimzoeken.nu/speuren/
Vertel bij elke bron (tekst of video) wie het maakt en wat het doel is van de bron. Lees samen ook: ‣
Gebruik dit grid https://sprenger.stackstorage.com/s/tooldoel01 om samen in de klas een onderzoekje te doen naar verschillende zoekbedoelingen (zoekintenties). Laat leerlingen de keuze bearumenteren voor een bepaalde tool om een bepaald soort informatie te vinden. Zo bouw je belangrijke voorkennis op. Pas de informatiewens (links) naar behoefte aan. Het gaat bij het gebruik van dit schema niet om het invullen (er is geen goed/fout), het gaat om de inzichten en argumentatie. Geschikt voor alle leeftijden.
Maak posters per groep. Gebruik post-it's voor de onderdelen want het is belangrijk de ideeën te kunnen verplaatsen. Wat hoort bij wat?
Gebruik dit Miro-board en laat voorbeelden bedenken bij deze vragen.
Laat leerlingen dezelfde informatie (van een bepaalde bron - of iets wat jezelf geschreven hebt) op verschillende manieren vertellen of presenteren: wervend, grappig, op een Jeugdjournaal of een Achtuur journaal manier. Neutraal, als een goochelaar met een stalen gezicht, of vol emotie. Laat ze vooraf bedenken wat de actie van het publiek moet zijn. Het gaat niet om de act, maar om de verschillen in informatieoverdracht te onderzoeken.
Werk online via bijvoorbeeld een gratis (proef)account bij Miro (of Padlet). Online tools zijn overigens leuk maar voor online samenwerken in de klas zijn er goede afspraken met de leerlingen nodig. Er is altijd wel iemand in de klas die lollig wil zijn en storende teksten of plaatjes toevoegt.
Een goede optie is om de do's and don’ts van online samenwerken op een eerder moment uit te vinden. Padlet heeft een leerkracht-optie om grof taalgebruik te vervangen door emoji's. Heel handig. En misschien ook vanwege de Nederlandse interface wel het meest geschikt. Maar Miro heeft eindeloos veel mogelijkheden, ook in de gratis versie.
Dit is een Miro-board om te kopiëren bij bovenstaande opdrachten. Een gratis account geeft recht op drie boards, daarin kun je dit Miro board kopiëren en zelf verder uitwerken: